Tellen In Het Spaans Tot 100: Leer De Basisnummers Now!

Inleiding

Tellen in het Spaans tot 100 in Nederlands

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar lonende ervaring zijn. Als je geïnteresseerd bent in het leren van Spaans, is het belangrijk om een solide basis te leggen, vooral op het gebied van getallen en tellen. In dit artikel zullen we je begeleiden bij het tellen in het Spaans tot 100 in het Nederlands, en geven we ook wat nuttige tips en oefeningen om je te helpen bij het beheersen van de taal.

Tellen in het Spaans

Het Spaanse getallensysteem kan aanvankelijk wat verwarrend lijken, maar met wat oefening kun je snel leren tellen tot 100 en verder. Hieronder zullen we het tellen in het Spaans in verschillende stappen behandelen, zodat je een duidelijk begrip krijgt van hoe het werkt.

Tellen van 0 tot 10

Laten we beginnen met het tellen van 0 tot 10 in het Spaans:

0 – cero
1 – uno
2 – dos
3 – tres
4 – cuatro
5 – cinco
6 – seis
7 – siete
8 – ocho
9 – nueve
10 – diez

Tellen van 11 tot 20

Nu je de basisgetallen van 0 tot 10 kent, kun je doorgaan naar het tellen van 11 tot 20:

11 – once
12 – doce
13 – trece
14 – catorce
15 – quince
16 – dieciséis
17 – diecisiete
18 – dieciocho
19 – diecinueve
20 – veinte

Tellen van 21 tot 30

Vanaf 21 worden de getallen in het Spaans iets anders gevormd. Je zult merken dat de grammaticale structuur verandert, omdat je bijvoorbeeld “eenentwintig” zegt in plaats van “twintig een”. Hier zijn de getallen van 21 tot 30:

21 – veintiuno
22 – veintidós
23 – veintitrés
24 – veinticuatro
25 – veinticinco
26 – veintiséis
27 – veintisiete
28 – veintiocho
29 – veintinueve
30 – treinta

Tellen van 31 tot 40

Het tellen van 31 tot 40 is vergelijkbaar met het tellen van 21 tot 30. Het getal “y” wordt gebruikt om de eenheden aan te geven, bijvoorbeeld “eenendertig”. Hier zijn de getallen van 31 tot 40:

31 – treinta y uno
32 – treinta y dos
33 – treinta y tres
34 – treinta y cuatro
35 – treinta y cinco
36 – treinta y seis
37 – treinta y siete
38 – treinta y ocho
39 – treinta y nueve
40 – cuarenta

Tellen van 41 tot 50

Het tellen van 41 tot 50 volgt dezelfde structuur als 31 tot 40. Hier zijn de getallen van 41 tot 50:

41 – cuarenta y uno
42 – cuarenta y dos
43 – cuarenta y tres
44 – cuarenta y cuatro
45 – cuarenta y cinco
46 – cuarenta y seis
47 – cuarenta y siete
48 – cuarenta y ocho
49 – cuarenta y nueve
50 – cincuenta

Tellen van 51 tot 100

Vanaf 50 volgt het tellen in het Spaans een regelmatig patroon. Hier zijn de getallen van 51 tot 100:

51 – cincuenta y uno
52 – cincuenta y dos
53 – cincuenta y tres
54 – cincuenta y cuatro
55 – cincuenta y cinco
56 – cincuenta y seis
57 – cincuenta y siete
58 – cincuenta y ocho
59 – cincuenta y nueve
60 – sesenta
61 – sesenta y uno
62 – sesenta y dos
63 – sesenta y tres
64 – sesenta y cuatro
65 – sesenta y cinco
66 – sesenta y seis
67 – sesenta y siete
68 – sesenta y ocho
69 – sesenta y nueve
70 – setenta
71 – setenta y uno
72 – setenta y dos
73 – setenta y tres
74 – setenta y cuatro
75 – setenta y cinco
76 – setenta y seis
77 – setenta y siete
78 – setenta y ocho
79 – setenta y nueve
80 – ochenta
81 – ochenta y uno
82 – ochenta y dos
83 – ochenta y tres
84 – ochenta y cuatro
85 – ochenta y cinco
86 – ochenta y seis
87 – ochenta y siete
88 – ochenta y ocho
89 – ochenta y nueve
90 – noventa
91 – noventa y uno
92 – noventa y dos
93 – noventa y tres
94 – noventa y cuatro
95 – noventa y cinco
96 – noventa y seis
97 – noventa y siete
98 – noventa y ocho
99 – noventa y nueve
100 – cien

Nu je bekend bent met de getallen tot 100 in het Spaans, kun je verder gaan oefenen en je uitspraak verbeteren. Hier zijn enkele veelvoorkomende vragen over het tellen in het Spaans:

FAQs

1. Hoe kan ik de Spaanse getallen tot 100 oefenen?
Een goede manier om de Spaanse getallen tot 100 te oefenen, is door regelmatig te tellen en te herhalen. Je kunt dit doen door elke dag hardop te tellen van 0 tot 100 en weer terug. Daarnaast kun je ook oefenen met het opschrijven van de getallen en ze te vertalen van Nederlands naar het Spaans.

2. Wat is de uitspraak van de Spaanse getallen tot 20?
De uitspraak van de Spaanse getallen tot 20 kan lastig zijn omdat sommige getallen hun eigen unieke uitspraak hebben. Het is handig om naar native speakers te luisteren en hun uitspraak na te bootsen. Je kunt ook online bronnen raadplegen die audiomateriaal bevatten om de juiste uitspraak te oefenen.

3. Hoe kan ik de Spaanse getallen tot 1000 oefenen?
Als je de getallen tot 100 onder de knie hebt, kun je doorgaan met het leren van de getallen tot 1000 en verder. Het volgen van een gestructureerd leerprogramma of het volgen van online cursussen kan je helpen bij het leren van de getallen tot 1000 en het ontwikkelen van een sterke basis in de Spaanse taal.

4. Hoe zeg je “10” in het Spaans?
“10” in het Spaans wordt uitgesproken als “diez”. Het is een van de basisgetallen die je moet leren bij het tellen in het Spaans.

5. Hoe kan ik leren tellen in het Spaans tot 1000?
Het leren tellen in het Spaans tot 1000 vereist geduld en regelmatige oefening. Je kunt online bronnen raadplegen, zoals taalcursussen en oefeningen, om je vaardigheden te verbeteren. Daarnaast is het belangrijk om regelmatig met native speakers te oefenen om je uitspraak en begrip te versterken.

6. Hoe zeg je “30” in het Spaans?
“30” in het Spaans wordt uitgesproken als “treinta”. Het is een van de basisgetallen die je moet leren om door te gaan met het tellen in het Spaans.

7. Hoe zeg je “14” in het Spaans?
“14” in het Spaans wordt uitgesproken als “catorce”. Het is een van de getallen die je moet leren om het tellen in het Spaans tot 100 onder de knie te krijgen.

8. Hoe zeg je “100” in het Spaans?
“100” in het Spaans wordt uitgesproken als “cien”. Het is een belangrijk getal en wordt vaak gebruikt bij het tellen en benoemen van hoeveelheden.

Nu je een gedetailleerde gids hebt over het tellen in het Spaans tot 100 en enkele handige oefeningen en uitspraaktips, ben je goed op weg om deze vaardigheid onder de knie te krijgen. Blijf oefenen en daag jezelf uit om steeds verder te groeien in je Spaanse taalvaardigheden. Veel succes!

276 – doscientos setenta y seis. 300 – trescientos. 400 – cuatrocientos. 500 – quinientos.

Hoe Zeg Je 60 In Het Spaans?

Hoe Spreek Je 17 Uit In Het Spaans?

Hoe Leer Je Het Snelst Spaans?

Details 6 tellen in het spaans tot 100